Sunils hoop: een nieuwe generatie zónder lepra

Voor Sunil (22) kwam hulp te laat. Hij moet leren leven met de gevolgen van lepra – en dat doet hij met veel energie. Zijn zoontje, 1 jaar jong, wenst hij maar één ding toe: een leven zonder lepra, zonder stigma, zonder uitsluiting.

Nepal, vlak tegen de Indiase grens. Als hij terugkijkt op zijn jeugd, had hij al heel jong symptomen van lepra. Op de lagere school kon hij soms zijn pen niet goed vasthouden. Het werd zo erg, dat de pen soms uit zijn hand viel.

Helaas wisten zijn ouders weinig over lepra, en geloofden ze méér in plaatselijke wonderdokters dan in ziekenhuis Daarom kreeg Sunil pas de diagnose
lepra toen hij 15 was, nadat hij uiteindelijk naar een ziekenhuis van Leprazending werd gebracht. Voor genezing was het toen al te laat. Hij moet leren leven met misvormde handen en voeten. De diagnose was een enorme klap, vertelt hij nu – 7 jaar later. Toch ging de knop redelijk snel om. Hij wilde een zo goed en zo normaal mogelijk leven leiden. Daarom verhuisde hij naar de omgeving van het ziekenhuis, om daar behandeld te worden. Hij is dankbaar voor alle hulp.

Confronterend

Sunil pakte ook zijn werk zo goed mogelijk op. Boer worden, zoals zijn vader, was door zijn ziekte niet mogelijk. Hij besloot deur aan deur kleding te gaan verkopen, een veel voorkomend beroep in Nepal. Het werk was vaak mooi, maar soms confronterend, vertelt hij. ,,Ik raakte een keer in gesprek met een klant die de kleren die ik verkocht mooi vond. Maar toen hij mijn misvormde handen en voeten zag, wilde hij geen kleding meer van me kopen. Dat deed ongelooflijk zeer; ik vergeet dat moment nooit meer.’’

“Toen de man mijn misvormde handen en voeten zag, wilde hij geen kleding meer van me kopen.”

Zoontje

Tijdens zijn behandelingen in het Anandabanziekenhuis ontmoette hij zijn huidige vrouw – ook een leprapatiënt. Zij werd behandeld voor zweren op haar handen en gevoelloosheid in haar voeten. Twee jaar geleden trouwden ze. Ze hebben samen een zoontje van 1 jaar oud en zijn daar dolgelukkig mee. Als hij het gezonde lijfje van zijn zoon ziet, denkt Sunil vaak met weemoed terug aan de tijd dat hij nog helemaal gezond was. “Ik weet dat ik niet meer kan genezen. Ik heb me daarbij neergelegd. Wat ik heel graag wil is dat mijn zoon gezond opgroeit, en een goed persoon wordt. Dat is mijn grote droom.”